Peter Pannekoek
Cabaretier
Cabaretier Peter Pannekoek raakt niet uitgepraat over Texel. Hij is lyrisch over het eiland, waar hij zijn rust vindt. Ondanks hard nadenken kan hij er niets negatiefs over verzinnen. Toch schrikt hij terug voor een tweede huisje.
De eerste afspraak gaat een beetje mis. Peter verontschuldigt zich in alle toonaarden. ‘Als ik word gebeld door een onbekend nummer, neem ik nooit op. Ik was totaal vergeten dat jij contact zou opnemen. Ik dacht alleen maar, welke gek loopt zo te bellen achter elkaar. Sorry, sorry, sorry.’ Zijn karakteristieke lach schalt door de telefoon, die hij, na tussenkomst van zijn manager, toch opneemt. Hij vindt het leuk om mee te werken aan een verhaal voor, maar vooral over Texel en maakt daar graag tijd voor in zijn drukke schema. ‘Ik raak nooit uitgepraat over het eiland, zo fantastisch vind ik het. Texel is voor mij helemaal het einde.’
Je wordt vrij regelmatig op het eiland gesignaleerd
‘Ik probeer minimaal vier keer per jaar te komen. Elk kwartaal een keer zou ideaal zijn, dat lukt helaas niet altijd. Zet er maar in dat ik in De Koog verblijf. Er blijft natuurlijk nooit iets geheim op Texel, de eilanders weten allang waar. Hoe lang ik kom? De eerste keer ging ik drie dagen. Daarna werden dat er vier, maar ik kwam erachter dat ik vijf dagen nóg perfecter vond. Inmiddels ben ik al eens zeven dagen geweest en vond ik dat geweldig, dus ik weet niet waar dit heen gaat. Het is altijd te kort voor mijn gevoel. Ik heb nog geen één keer gehad dat ik dacht: het is goed geweest, ik wil terug naar huis.’
Er is onder de Texelaars best veel te doen over de druktebeleving. Als jij hier zo vaak komt maak je ook drukkere periodes mee. Hoe ervaar jij dat?
‘In de coronatijd ben ik één keer in het hoogseizoen geweest en ik herinner me dat je toen wel overal moest reserveren. Hoe erg is dat? Ik ben er meestal als het wat kouder is. Ik snap dat mensen het misschien soms wat druk vinden, maar ach, er is altijd wel ergens ruimte. Of het te druk wordt moeten de Texelaars zelf bepalen, lijkt me. Ik kan me ook voorstellen dat ze blij zijn met de inkomsten van toeristen. Het is in mijn ogen de grote kracht van Texel dat er altijd plekken zijn waar je rust kan vinden.’
Word je vaak herkend?
‘Ik ben hééél bekend bij de Duitsers…’ Weer die schaterlach. ‘Tja, ik word wel eens herkend, maar dat vind ik prima, dat hoort erbij. Als je daar niet tegen kunt, moet je er niet in Nederland op uit gaan. Of er op Texel anders mee wordt omgegaan dan elders? Ik woon in Amsterdam, daar zijn ze ook van alles gewend. Bekende koppen die in de bosjes plassen en zo, dat maakt daar allemaal niet uit. Texelaars zijn relaxed. Lastigvallen of rare opmerkingen? Nul. Ik maak er trouwens überhaupt nooit zo’n probleem van, het hoort een beetje bij mijn vak. Texelaars zijn nuchter, dat is fijn. Laat ik het zo zeggen, ze kennen me, maar het boeit ze geen reet.’
Wat betekent het eiland voor jou?
‘Ik ben echt idolaat van Texel. Het betekent voor mij rust. Dat is mijn associatie, onderbewust. Het is natuurlijk niet zo, maar het voelt voor mij alsof de lucht er helderder is, de zuurstof beter. Dat is gewoon iets wat mijn lichaam koppelt aan de boot. Zodra ik erop zit – en dan altijd een saucijzenbroodje neem – gaat mijn hele lichaam onmiddellijk in een soort ontspanningsmodus. Er is ook geen plek waar ik zo goed slaap als op Texel. Ik slaap eigenlijk altijd best wel slecht, maar op het eiland red ik tien uur aan één stuk. Gewoon de hele dag lekker in bed blijven liggen. Ik heb Texel ontdekt door mijn regisseur. Ik deed toen nog elke week De wereld draait door en had een enorm drukke periode, want ik was mijn eerste voorstelling aan het voorbereiden. Hij kende het eiland en zei dat hij me er mee naartoe zou nemen om daar, weg van alle stress, verder te werken. Maar het was een list om mij weg te lokken. We gingen helemaal niet werken, ik ging een weekend tot rust komen. Dat heeft me zo ongelooflijk goed gedaan, dat Texel sindsdien mijn plek is. Ik merk dat als het even heel druk is, bijvoorbeeld door Dit was het nieuws of andere werkzaamheden, ik zó naar Texel verlang. Dan ben ik echt aan het aftellen tot ik weer kan. En echt niet alleen voor de rust, ik ga ook heus een avond hard drinken. En rennen in het bos. Ik heb op Texel voor het eerst gesurfd en daar ben ik nu aan verslaafd. Ik vind gewoon álles leuk aan het eiland. Ik heb een gestoorde theorie dat het weer op Texel relatief altijd goed is. Dus ook als het regent, dan regent het hard, helder en kort. Daarna is het weer overgewaaid. Zo voelt dat. Het is altijd lekker, helder weer. Goddelijk.’
Het begint hier zo langzamerhand een soort cabaretier-toevluchtsoord te worden…
‘Ik weet het. Ik spreek Jochem (Myjer; red.) regelmatig over Texel. Die zie ik ook wel eens op het eiland, als we er toevallig allebei zijn. Maarten van Rossem is er ook vaak? Kijk eens aan. Die hoort niet bij het cabaretgilde, hoor. Waarom Texel bij cabaretiers zo in trek is? Ik heb geen idee. Het is een eiland zonder poespas. Het is een logistiek voordeel dat je er lekker snel bent. Ik ben altijd heel enthousiast over Texel, maar ik vind het ook wel lekker als niet al mijn collega’s hier naartoe komen. Dan wordt het een soort werk-eiland, dat is niet de bedoeling. Jochem en ik hebben het er wel vaak over hoe fijn we het hier vinden.’
Is jouw doel ook om een tweede huis op Texel te hebben?
‘Soms overweeg ik dat. Maar mijn theorie is dat Texel momenteel zo synoniem is aan rust en een fijn vakantiegevoel, ik ben bang dat ik dat verlies als ik er een huis heb. Dan kom ik daar en lekt de gootsteen misschien, moet ik dat gaan regelen…, dan wordt het toch weer een soort werk. Dan héb ik een huisje, dus dan móet ik er naartoe. Nu mág ik er elke keer naartoe. Ik wil dat gevoel heel graag behouden. Maar ik geef toe dat ik soms twijfel.’
Wat vind jij fijne plekken op het eiland?
‘Ik sta bol van de tradities. Na aankomst ga ik altijd even lekker hardlopen. Dan pak ik een saunaatje en ga ik lekker eten bij het Sluftercafeetje. Dat vind ik echt heerlijk. En ja, dan eet ik daar ook wel eens een pannenkoek, die zijn hartstikke aan te raden. Ik ben tenslotte pannenkoekkenner… Ik vind het ook fijn om wat Texelaars te zien die ik heb leren kennen, een avondje naar Sjans en Onder de Pomp om goed te drinken, om daarna lekker uit te brakken en te genieten van het eiland. Ik ga trouwens ook graag naar Oudeland, Paal 17, Bries 20, en het Pakhuis is geweldig qua vis. Of lunchen bij De Smulpot. Oh, en een grote shout out naar jullie bioscoop! Daar hebben ze nog een pauze. Daar ben ik zo’n voorstander van. Kan je gewoon lekker even naar de WC, heerlijk.’
Tjonge, erg halleluja allemaal. Is er ook iets niet leuks aan Texel?
‘Eens even goed nadenken.’ Het blijft lang stil. ‘Ik ben een enthousiast mens, dat is soms lastig. Ik denk dat ik echt hélémaal niets kan verzinnen. Het enige wat ik jammer vind is dat ik er niet vaker heen kan. Ja, echt. Dat ligt natuurlijk aan mij en mijn agenda. Nog even goed nadenken hoor, wat vind ik nou niet leuk? Dat sommige Duitsers zo spastisch doen met hun hond, dat ze die zo strak aan de lijn houden. Terwijl ik het idee heb dat als je wat normaler doet, die hond dat ook doet. Nee sorry, ik weet echt niks wat ik aan Texel zou willen veranderen. Oh, één ding. Ik heb me een keer laten overhalen tot zo’n tandemparachutesprong. Vreselijk. Ik heb ieder moment gedacht: waarom dóe ik dit in godsnaam?’
Helpt het hier zijn bij de inspiratie voor je programma’s?
‘Er ontstaat een soort frisheid in mijn hoofd, waardoor ik weer goede dingen verzin. In die zin helpt het. Maar ik geloof niet dat ik ooit een verhaal heb overgehouden aan Texel. Dat hoeft ook niet, ik vind het wel lekker als er een strakke scheiding tussen werk en ontspanning is. Eilandgrapjes, hmm, tot nu toe nog niet. Maar wat niet is kan nog komen. Als ik ergens tegenaan loop, kan het maar zo dat je dat terug hoort. Of Texel in mijn komende Oudejaarsconference zit? Wie weet. Als er iets gebeurt wat landelijk nieuws is, dan doe ik dat met alle liefde. Dus jullie moeten aan het werk. Het algoritme van mijn social media is toegespitst op Texel, dus als er iets gebeurt hoor ik dat wel. Die strandtent die affikte, was dat paal 19,5? Dat krijg ik wel onmiddellijk te lezen, dat zit in mijn bubbel.’
Wat vind je eigenlijk van de Texelaars?
‘Heel nuchter, recht toe, recht aan. Het is zo grappig, het is het grootste roddelgebied dat ik ooit ben tegengekomen, maar dat verlaagt Texel niet. Wat ik wel leuk vind, en dat krijg je met een eiland, het is echt een ander slag volk. Het is moeilijk te omschrijven wat het dan precies is. Hardheid klinkt zo negatief, maar er zit een bepaald soort nuchter, hard en rauw randje aan. Ik vind dat erg fijn. Texelaars zijn niet zwak. Ongelooflijke rauwdouwers zijn het. Dat geldt zowel voor de mannen als voor de vrouwen. Bij vrouwen is het vaak nog beter te zien dat het echte Texelaars zijn. Het miept allemaal niet.’ Weer klinkt die klaterende lach.
Zijn er nog dingen die je op Texel zou willen meemaken?
‘Ik weet dat Jochem altijd zo’n voorstelling in de Kampanje in Den Helder doet met een extra boot, waarop hij dan zelf meevaart. Heel leuk natuurlijk, maar het voelt wat flauw om dat te kopiëren. Hij komt al zo lang op Texel, hij is veel bekender bij jullie. Ik weet niet of ik daarvoor genoeg Texelaars op de been zou kunnen brengen. Het lijkt me wel geweldig, maar ik kan qua Texelaarschap natuurlijk niet in zijn schaduw staan. Ik ben maar een toerist. Het voelt te megalomaan om zoiets ook te doen. Wat ik nog graag een keer wil meemaken is Texel Culinair. En Ouwe Sunderklaas klinkt geweldig. Ik weet niet of ik daar wel hoor, maar ik ben er nieuwsgierig naar.’