Henk van Wijk
Wild Texel
Hij jaagt al sinds z’n achtste. De laatste jaren vooral op ganzen. ‘Ik schiet alleen voor voedselvoorziening. Gans is hartstikke lekker en puur natuur’, zegt Henk van Wijk (73), die inmiddels een koelwand vol ganzenvleesproducten heeft. Voor de hobby, want afnemers staan niet in de rij. ‘Best gek eigenlijk, zo’n mooi Texels product.’
Als klein kind ging hij al mee op jacht, nog zonder geweer. Vanaf zijn zestiende schoot hij zelf. ‘Mocht eigenlijk niet, maar mensen dachten dat ik de zoon van Ben Beumkes was. Als je ouder erbij was, mocht het. Maar in die tijd werd er niks gecontroleerd. Ik geloof dat ik inmiddels al 53 jachtaktes heb gehad. Mijn idee achter jagen is altijd voedselvoorziening, oogsten uit de natuur. Ik gooi nooit een dier weg. Ik ben me bewust van alle controverse die er tegenwoordig over is. Maar jacht heeft een functie. In vroeger tijden moesten wij verplicht met lichtbakken in de duinen jagen op konijnen, om overlast te voorkomen. Stond gewoon in ons contract, hè. In de goede jaren werden er wel twintigduizend konijnen in één seizoen geschoten.’
Wel of niet schieten
De overheid bepaalt waarop mag worden gejaagd en wanneer. De periode is beperkt, behalve voor ganzen. Die veroorzaken tegenwoordig zoveel overlast door de vraat van gewassen, dat ze vrijwel het hele jaar door mogen worden bejaagd. Behalve twee maanden in de winter. ‘Eigenlijk is dat nou net een hele zotte tijd dat je er niet op mag jagen. Maar de politiek verzint dat, er wordt gezegd dat er dan veel trekganzen zijn uit allerlei gebieden. Die komen hier de boel opvreten, maar die moeten we laten rusten. Normaal zou je er niet op schieten in de broedtijd. Voor ganzen hebben ze bedacht dat dat anders moet.’
Geïntroduceerd
Volgens Henk bestaat het ganzenprobleem pas een jaar of twintig. ‘Daarvoor had je ze nauwelijks op Texel. In de winter een enkele rietgans, maar daar mochten we toch al niet op schieten. Als wij in die tijd een keer in Friesland werden uitgenodigd om op ganzen te jagen, waren we blij. Dat was leuk.’ Hoe de gans op het eiland is gekomen? Henk kijkt moeilijk. ‘Ik durf het haast niet te zeggen. Ik denk dat ze bewust zijn geïntroduceerd om het riet op te eten dat bleef staan in gebieden waar waterzuivering werd gedaan. Dat trok aan, er zijn geen natuurlijke vijanden en ze reproduceren snel. In de beginperiode was het de bedoeling dat er maximaal duizend ganzen op het eiland zouden zijn, wij moesten dat bijhouden. We moesten opgeven wat we hadden geschoten en kregen dan te horen of we moesten stoppen of doorgaan. Nu is het ‘schiet maar raak’. Zoveel mogelijk.’
Vergassen
De grote bulk betreft de grauwe gans. Laten kwamen daar exoten als de nijlgans bij, ontsnapt uit dierenparken. Er is geen houden aan. Eieren prikken, vergassen, niets helpt. ‘Vergassen gebeurt nog steeds, maar wordt anders genoemd wegens de emoties die het oproept. Het ligt erg gevoelig, mede door de onhandige manier waarop het indertijd naar buiten werd gebracht. Iedereen stond op z’n achterste benen. Terwijl er eigenlijk niets aan de hand is, want ze worden gevangen en met kooldioxine verdoofd, waarna ze een zachte dood sterven. Mooier vlees kun je niet krijgen. Er zit geen kogeltje in.’
Deze methode kan alleen worden toegepast in de ruiperiode, wanneer ganzen hun veren verliezen en niet kunnen vliegen. Het is een relatief korte tijd en niet zo eenvoudig om ze bijeen te drijven. ‘Ze vangen er hooguit een paar duizend, dat zet nauwelijks zoden aan de dijk op de totale hoeveelheid die hier huist. Ik weet het niet exact, maar ik schat dat er op hoogtijdagen meer dan dertig- tot veertigduizend ganzen op Texel zijn. Ook van de overkant, Den Oever, Terschelling of Vlieland, bijvoorbeeld. Daar is veel minder te eten voor ze. Een aantal broedt lekker daar en komt hier alle landbouwproducten opeten. Ze lusten tegenwoordig alles. Vroeger raakten ze geen biet aan. Nu vreten ze hele percelen met voederbieten, wortelen en alle andere gewassen kaal. Het zijn slimme beesten die zich makkelijk aanpassen aan de omstandigheden.’
Eieren prikken
Eieren prikken zodat ze niet uitkomen, was jarenlang een methode om te voorkomen dat er te veel nieuwe ganzen bij kwamen. ‘Dat mag op zich nog wel, maar we doen het niet meer. Er is onderzoek naar gedaan door biologen en daaruit kwam dat het geen enkele zin had.’ Henk kijkt sceptisch. De praktijkmensen dachten er namelijk heel anders over. ‘Het was niet merkbaar dat er minder ganzen waren als je zesduizend eieren prikte, zo werd gezegd. Maar die nieuwe toevoer waren ganzen die van de overkant kwamen aanvliegen. Wij merkten wel degelijk effect van het prikken. Doen we niet meer, zeiden Staatbosbeheer en Natuurmonumenten. Maar we mogen de ganzen wél van het nest schieten. Tja.’
Schadeclaims
De Fauna Beheer Eenheid moet voor de provincie afschotplannen maken, met data onderbouwd. Die moeten goedgekeurd worden door een rechter en door de provincie. ‘Onder onze provincie valt ook Amsterdam, een nogal groen georiënteerd gebied. Dus je kunt je misschien voorstellen wat voor discussies er zijn over het afschieten van dieren. Agrariërs klagen steen en been over ganzenoverlast en er worden jaarlijks enorme schadeclaims ingediend. Maar die worden vaak afgedaan als ‘ondernemersrisico’. Evengoed is er vorig jaar zo’n 55 miljoen aan schade uitbetaald. Niet alleen veroorzaakt door ganzen trouwens, duiven zijn ook een plaag. Maar voordat jagers in beeld komen, moet er eerst worden aangetoond dat er geen andere manier van bestrijding of verjaging is dan afschieten.’
Ganzenvlees
Iedere gans die Henk schiet gaat mee naar huis. Hij krijgt ze ook van collega-jagers. ‘Ik gooi niks weg, dat vind ik zonde. Allemaal zelf opeten lukt niet. Vandaar dat ik een compleet vrieshok heb laten aanleggen. Dat zit stampvol met ganzenvlees. Ik verwerk alles zelf. Sinds een jaar of zes probeer ik het onder de naam ‘Wild Texel’ aan de man te brengen. Maar het brengt geen fluit op. We maken allerlei producten, zoals burgers, worst en gebraden poten. We hebben een foodtruck van Peter Haker overgenomen, waarmee we bijvoorbeeld op de Landbouwdag in Den Hoorn staan. Die boeren zijn er wel gek van, het is ook hartstikke lekker vlees. Natuurlijker kan niet, er zit geen spuit of pil in zo’n beest.’ Als enige op Texel maakt Henk koudgerookte ganzenborst. ‘Dat verkopen we nog wel eens aan restaurants. Freya in Den Burg maakt er bijvoorbeeld carpaccio van.’
Hondensnoep
De animo voor ganzenvlees is gek genoeg laag. Wat wél aardig loopt zijn snoepjes en gehakt vlees voor honden. ‘Sommige honden zijn allergisch voor allerlei voedingsmiddelen, maar hebben geen last van gans. Voor die snoepjes heb ik droogovens staan. Honden zijn er gek op en het is nog goed voor ze ook.’
Puur hobby, noemt Henk zijn ganzenvleesbedrijfje. ‘Het kan van geen kanten uit. Ik heb een diepvriescel staan en een koeling, we hebben van ellende 32 zonnepanelen op het dak gezet om de stroomkosten wat op te vangen. Het kost dat het barst. Maar weet je, ik ben 73, ik heb er helemaal geen zin in om reclame te maken of ermee te leuren. Ik doe het voor de lol.’ Bij het slachten krijgt hij af en toe hulp van Bert Liefting, voormalig poelier uit Amsterdam. Dat is maar goed ook, want in het voorjaar begint zijn hoogseizoen. ‘Als in juni het graan opkomt, komen de ganzen in grote hoeveelheden.’
Voorraad genoeg
Wisten mensen maar hoe lekker het is, denkt Henk hardop. Waarom is ganzenvlees niet meer gangbaar? ‘In een ver verleden at iedereen gans. Toen werd de jacht van overheidswege verboden en verdween het van de markt. Dus nu kent niemand het meer. Bovendien krijg je steeds meer gemaksvoedsel, er wordt minder echt gekookt. Wie maakt er nou nog een stoofpotje? We hebben afgeleerd om gans te eten. Jammer, want het is supervlees.’
Interesse?
Mochten er restaurants geïnteresseerd zijn in dit echt Texelse natuurproduct, dan heeft Henk voorraad zat en een doorlopende verse aanvoer.