Willem Grisnigt
Garage Grisnigt
Met ferme pas komt Willem Grisnigt aangelopen op onze afspraak bij Garage Grisnigt, het bedrijf dat hij eigenhandig opbouwde en dat nu wordt bestierd door zijn zoons Willem en Robbert. Zijn kordate voorkomen en fitte uitstraling maskeren dat hij afgelopen mei 86 jaar is geworden. Die hoge leeftijd vormt voor hem geen belemmering om door te werken. Nog steeds is hij zes dagen per week in het bedrijf te vinden. ‘Zie je mij al thuis achter de geraniums zitten?’
Eigenlijk houdt hij er niet zo van om in het middelpunt van de belangstelling te staan. ‘M’n kinderen vonden dat ik dit moest doen en ach, misschien is het ook wel leuk om geïnterviewd te worden.’ Het is ook niet dat Willem senior niets te vertellen heeft; vanaf het moment dat het interview begint, rijgt hij de belangrijke gebeurtenissen uit zijn leven vloeiend aaneen tot een prachtige levensloop, doorspekt met anekdotes. Willem heeft bepaald niet stilgezeten in zijn werkzame leven. En buiten de werkweken van tachtigplus-uren, vond hij ook nog tijd om zich maatschappelijk in te zetten voor organisaties als het waterschap en de reddingmaatschappij. De afgelopen vijftien jaar is hij politiek actief bij de VVD. De raads- en commissievergaderingen volgt hij op de voet en van zijn kennis en ervaring wordt in zijn netwerk graag gebruik gemaakt.
Boerderij Marico
Na het afronden van de ambachtsschool, komt Willem op z’n veertiende in vaste dienst bij Garage Jan Reij, waar hij elf jaar in vaste dienst zal werken voor een salaris van veertien gulden voor een werkweek van 48 uur. ‘Al op jonge leeftijd wist ik dat ik ooit zelf een garagebedrijf wilde hebben. In 1959 moest ik in militaire dienst en daar werd ik tankmonteur. Hiervoor moest ik opnieuw in de studieboeken. Toen had ik de smaak wel weer te pakken en heb ik zeven jaar lang in de avonduren mijn vakdiploma’s en middenstand gehaald en daarna de opleiding tot monteur en eerste monteur afgerond.’ Net voor zijn dienstplicht ontmoet Willem in het voorzaaltje van Hotel Oranjeboom Melia Koning, destijds dé uitgaansgelegenheid. Het is liefde op het eerste gezicht en tot het overlijden van Melia in 2018 blijft het stel samen.
Hun plan voor een eigen garagebedrijf komt in een stroomversnelling als de kinderloze oom en tante van Melia, Piet Swama en Melia Koning, het jonge stel op weg wil helpen. Voor de aanleg van een industrieterrein bij Den Burg wil de gemeente grond van Koning kopen aan de Waalderweg. Destijds stond daar de boerderij Marico, die door de oom van Melia werd verpacht. Het komt tot een deal, maar de familie houdt 2500 vierkante meter zelf voor het garagebedrijf van Willem en Melia. ‘Met hulp van een architect en Ringers Bouwbedrijf uit Alkmaar, die ervaring hadden met de bouw van garagebedrijven, zijn we aan de slag gegaan. Op Texel waren wel garages, maar die werkten meestal vanuit een schuur of loods. Wat wij wilden, een garage met showroom, bestond nog niet op Texel.’
DAF-dealer
Met steun van de familie, de bank en oliemaatschappij Mobil lukt het om de financiering rond te krijgen en kan de bouw beginnen. In 1967 opent Garage Grisnigt de deuren. Vanaf de start is Grisnigt dealer van het merk Daf. De Daffodil is in die tijd populair, vooral bij vrouwen en ouderen, omdat het een automaat is en je dus niet hoeft te schakelen. ‘Veel mannen vonden het een auto van niks. Een truttenschudder met jarretelaandrijving. Een auto voor klunzen en prutsers. Ons heeft de Daf juist veel gebracht, omdat je alleen je automatenrijbewijs kon halen als je de eerste eigenaar was van de auto en het kenteken op jouw naam stond. Op onze openingsshow verkocht ik zeven nieuwe Dafs!’ Ook wordt de Texelse garage dealer van Peugeot. ‘Op het eiland reden een stuk of zeven Peugeots, die in onderhoud waren in Alkmaar. Op verzoek van Jan Stolk, klant bij ons, ging ik naar Alkmaar om een gebruikte Peugeot voor hem te kopen. Dat liep anders, want ik werd meteen door de directie in het kantoor geroepen en ging als dealer de deur uit.’ Het bedrijf draait goed. ‘Vooraf hoorde je wel van die reacties als Wacht maar af, voordat hij open is, is ie al failliet! Gelukkig is dat nooit aan de orde geweest. We werkten keihard en verkochten in het eerste jaar 35 nieuwe auto’s.’ Willem regelt verkoop en reparatie, Melia de administratie. Samen poetsen ze ’s avonds de auto’s en bedienen ze de benzinepomp bij de garage. ‘Vaste openingstijden hadden we niet voor de pomp. Zolang we nog niet in bed lagen, konden mensen terecht.’ Na het warm eten gaat Willem ’s avonds weer op pad. ‘Elke werkdag deelde ik folders rond. Als ik ergens een oud Renaultje of zo zag staan, belde ik aan en maakte een praatje. Oh, ben jij een zoon van Jaap Grisnigt, kom dan maar binnen, was het dan. Ik ging in gesprek en liet dan een folder achter. Dat heb ik elf jaar gedaan.’
Grasmaaiers inruilen
Willem en Melia hebben de tijd mee. De vraag naar nieuwe auto’s neemt toe en het harde werken begint vruchten af te werpen. Wat meehielp was dat Willem een neus had voor handel en creatief meedacht met zijn klanten. ‘Niet iedereen had voldoende geld voor een nieuwe auto, dus werd er van alles ingeruild. Ook koelkasten en grasmaaiers. Die verkocht ik dan weer door.’ In 1976 wordt het garagebedrijf verbouwd en komt er zo’n 120 vierkante meter bij voor een showroom en kantoorruimte. Als Volvo halverwege de jaren zeventig Daf overneemt, wordt het Texelse garagebedrijf automatisch Volvo-dealer. Sinds 2015 is de garage servicepunt van Volvo en Peugeot. ‘Er is nog maar een beperkt aantal grote dealers in Nederland. Voor kleine dealers zoals wij werd het dealerschap onbetaalbaar. We moesten fors investeren en kregen voorraadverplichtingen opgelegd. Ook moesten we van alle types een demo-auto hebben en binnen ons bedrijf een ruimte maken waar klanten konden werken. Zoveel eisen. Dat was niet op te brengen. Nu zijn de marges anders, maar hebben we ook al die verplichtingen niet meer. Nieuwe auto’s voor klanten kopen wij via de vestiging Alkmaar van Volvo Ton van Kuyk, een grote dealer met meerdere bedrijven. Die samenwerking is uitstekend.’
Zoons in de VOF
Dochter Regine kiest een ander pad, maar zijn zoons Willem en Robbert zien de overname van het garagebedrijf wel zitten. ‘We zijn eerst met z’n drieën een vennootschap onder firma aangegaan. Dat pakte goed uit. Willem doet het magazijn en de verkoop, Robbert is chef-werkplaats. Zo’n negen jaar geleden ben ik uit de VOF gestapt. Van de ene op de andere dag heb ik de boel overgedragen. Melia snapte niet dat ik er zomaar afstand van kon nemen, maar ik heb er geen dag spijt van gehad. Natuurlijk had ik fiscaal alles goed voorbereid, maar die dag was het klaar. De volgende dag stond ik er met m’n stofjas in de hand en zei: zeg het maar, wat moet ik doen? Ik heb me nooit meer met de bedrijfsvoering bemoeid. Natuurlijk heb ik weleens gedacht: dat zou ik anders doen, maar ik heb er niks van gezegd. En als ze mijn mening vragen, maar wat anders besluiten, ben ik niet beledigd. Die jongens doen het prima. Ze bewegen mee met de markt. Investeren blijft noodzakelijk als je wilt bijblijven. Sinds 1982 zijn we partnerbedrijf van de ANWB Wegenwacht. Dan moet je niet alleen apparatuur hebben voor Volvo en Peugeot, maar dus ook universele testapparatuur.’
27 MC-bakkie
Ruim 35 jaar draait Willem de diensten voor de ANWB in z’n eentje voor Grisnigt. ‘Samen met Garage Dros uit Eierland verzorgen we de wegenwacht op Texel. Om de week hebben we dienst. Veel Texelse garages zagen er niks in toen de ANWB partners zocht op het eiland, maar ik vond het meteen interessant. Er komen ook andere reparaties uit voort.’ In die dienstverlening is veel veranderd. ‘Nu zit alles in de wegenwachtauto, maar vroeger was dat niet zo. Dan kwam de opdracht per fax binnen en had ik een 27 mc-bakkie in de auto om te horen waar ik heen moest. Dat ding stikte van de storing, maar mobiele telefoons waren er toen nog niet. Soms blééf ik heen en weer crossen. Was ik net terug uit De Cocksdorp, kon ik weer rechtsomkeert voor een nieuwe melding. Nog steeds komen lege accu’s en lekke banden veel voor. Nu hebben we vier jongens die wegenwachtdienst draaien, want dat gaat wel 24/7 door.’
Bestuurder waterschap
Naast de zes dagen dat hij in het bedrijf werkt, vindt Willem nog tijd om zich in te zetten voor het waterschap. ‘Vroeger werden waterschappen bestuurd door boeren. Ik had er niet veel mee, maar we verkochten wel auto’s aan het waterschap. Uiteindelijk raakte ik in 1987 toch in het bestuur van Waterschap Texel. Er was gelobbyd voor een kandidaat en er waren tien ingelanden (grondeigenaren, red.) nodig om dat kandidaatschap te bevestigen. Toen bleek dat de bewuste man helemaal geen kandidaat mocht zijn, omdat zijn zwager in het bestuur zat. Op de valreep vroegen ze mij, een uur voordat de termijn sloot. In 1994 ging het waterschap op in Hollands Kroon en in 2003 werd dit weer toegevoegd aan het Hoogheemraadschap Hollands Noorderkwartier. Ik ben negentien jaar actief geweest als heemraad. Dat gebeurde vooral in de avonduren. Pakken papier moest ik doorlezen, tot diep in de nacht. Hollands Kroon was niet zo groot, maar had toch zo’n vijftig tot zestig man personeel en een balans van zestig miljoen gulden.’
Paar uurtjes per jaar
In dezelfde periode vraagt Maarten Mantje Willem voor de plaatselijke commissie van de Koninklijke Nederlandse Reddingmaatschappij (KNRM). ‘Dat zou me maar een paar uurtjes per jaar kosten volgens Maarten. Toen bleek ik verantwoordelijk te worden voor het onderhoud en toezicht op de gebouwen en het materieel! Zo’n honderd avonden per jaar was ik er druk mee, maar ik heb het met veel plezier gedaan. De laatste vijftien jaar was ik ook secretaris en penningmeester. De KNRM is een heel bijzondere organisatie die op vrijwilligers draait. Iedere maand moest ik die jongens hun vrijwilligersbijdrage contant betalen. 1,25 per uur dat ze waren ingezet. Toen ik zeventig werd, ben ik er na 23 jaar mee gestopt, met een koninklijke onderscheiding.’
Hartinfarct
In 2006 gaat het mis. Op de avond van de gemeenteraadsverkiezingen voelt Willem zich niet zo lekker en gaat naar huis. ‘Ik had pijn op m’n borst en een zere arm en voelde me beroerd. Melia belde de huisarts en met een extra boot ben ik naar Den Helder gebracht met de ambulance, en gelijk door ’s nachts naar Amsterdam. Ik bleek een hartinfarct te hebben gehad en in het ziekenhuis kreeg ik een hartstilstand. Ze hebben me gedotterd en na tien dagen ziekenhuis mocht ik weer naar huis. Ze hebben me goed gerepareerd, maar thuis kon ik niks meer. Na honderd meter lopen moest ik weer zitten. Pas na zeven weken kon ik weer aan het werk. Sindsdien wandel ik veel. Zo’n dertig kilometer per week om fit te blijven. Ik heb nog wel eens een lichte beroerte gehad, maar ook dat is goed gekomen.’
Onroerendgoedhandel
Zijn neus voor deals en scherpe handelsgeest blijven ook in de familie niet onopgemerkt. Zo’n vijftig jaar beheert hij de onroerendgoedportefeuille van zijn schoonouders en de eerdergenoemde oom en tante. ‘Eerst hebben we met de zuster en broer van Melia het onroerend goed overgenomen en in de jaren erna zijn we dat gaan verkopen. Al die jaren was ik druk met uitruilen, aankopen en verkopen. Zo’n 120 hectare agrarische grond heb ik verhandeld. Telkens als de pacht van een land of boerderij verliep, ging het in de verkoop. Uiteindelijk hebben we vorig jaar het laatste huisje verkocht. Het kostte veel tijd, maar maakte mijn leven ook gevarieerd en leuk. Ik kan snel zakendoen, als de prijs goed is.’
Procederen tegen de gemeente
Dat Willem een lastige opponent kan zijn, merkt de gemeente Texel in 2006. ‘Op de locatie van de Welkoop moest een grote Albert Heijn met parkeergarage komen. De uitrit was ingetekend tegenover ons bedrijf. Dat zag ik totaal niet zitten. Je kon op je klompen aanvoelen dat er opstoppingen zouden ontstaan en dat ons terrein een sluiproute zou worden. We hebben bezwaar ingediend, maar de gemeente wilde niet luisteren. Daarna heb ik zelf een verkeerscirculatieplan laten maken. Daar wilden ze ook niks van weten. De rest van de buurt was er ook niet blij mee. Ik ben tien jaar aan het procederen geweest en uiteindelijk stemde de gemeenteraad in meerderheid tegen het plan. Nu komen er woningen en dat is natuurlijk prima.’
Grisnigt-mentaliteit
De zes dagen per week dat Willem in de garage is, werkt hij met veel plezier. ‘Dat ondernemerschap zit er al van jongs af aan in. Hard werken is de Grisnigt-mentaliteit. Ik vroeg mijn kleinkinderen al jong: wat wil je later, sturen of gestuurd worden? Je moet de kansen pakken die zich voordoen.’