Fred Bakker en Sven Mayweg
Eigenaren Boutique Hotel de Zwaluw 

Als goed gastheer ga je ver. Desnoods vertroetel je een jaar lang een achtergelaten knuffelbeest. Dát is waar Fred Bakker en Sven Mayweg van Boutique hotel De Zwaluw in De Koog al vijftien jaar voor staan.


‘Een wat oudere man, van zeker 65 jaar, had zijn knuffel laten liggen. Hij belde om te vragen of we er goed op wilden passen, totdat hij ’m het jaar erop weer kwam halen. Opsturen mocht niet. Het olifantje staat nu in de linnenkast. Iedere ochtend begroeten we hem: Goedemorgen, Fant! Heb je lekker geslapen, Fant?’ Ze lachen. ‘Bij een ander bedrijf was hij opgestuurd of in de container verdwenen. Wij passen erop.’
Fred en Sven vormen een op elkaar ingespeeld duo. Voortdurend proberen ze elkaar met plagerijtjes de loef af te steken. Maar ze vullen elkaar ook aan. En zijn het uiteindelijk gewoon met elkaar eens. ‘We zijn twee handen op één buik’, vertelt Sven. ‘Fred is kok, ik doe de bediening. Maar ’s ochtends ben ik niet op mijn best. Ik heb eerst veel koffie nodig. Dan serveert Fred het ontbijt en sta ik in de keuken. Helemaal elkaars werk overnemen gaat niet, want ik kan niet koken. Maar een ei bakken lukt wel.’

DJ van Veronica
Ze delen hun visie ondanks een leeftijdsverschil van elf jaar. Fred werd vijftig jaar geleden geboren in Appingedam. Zijn eerste ervaring in de horeca was een vakantiebaantje bij Hotel Zeezicht op Vlieland, dat hij als zestienjarige verkoos boven een ritje als bijrijder bij het transportbedrijf van zijn vader. Na een week proefdraaien ging hij met 500 gulden op zak weer naar huis. Op zijn baas en zijn collega’s maakte hij indruk door zijn gemakkelijke omgang met gasten. ‘Op het terras zat een DJ van Veronica die nooit betaalde. Hij had al een schuld van een paar honderd gulden, maar niemand durfde er iets van te zeggen. Nadat ik zijn drankje had gebracht, zei ik: boter bij de vis en anders halen we je van de boot. Gewoon, een grapje. Dat werkte. Hij betaalde zonder protesteren.’
Na een koksopleiding aan de Culinaire Vakschool in Groningen, werkte Fred anderhalf jaar in Luxemburg. Hij zag op tegen militaire dienst, maar had het geluk dat hij achttien maanden lang iedere avond vijftig tot zestig officieren en onderofficieren hun diner mocht serveren en ‘een luxe diensttijd’ mocht genieten. Na zijn afzwaaien verhuisde hij naar Zwitserland, waar hij volgens eigen zeggen zeker vijfentwintig jaar werkte. ‘Maar dat kan helemaal niet, want je bent pas vijftig en je bent ook al vijftien jaar op Texel, schat’, corrigeert Sven hem. Hoe dan ook, in Zwitserland leerde Fred de fijne kneepjes van het vak, ging hij naar de hotelschool en schopte hij het tot bedrijfsleider van een luxueus hotel in Oberhofen aan de Thunersee.

Jonge eendjes
Na terugkeer in Nederland had hij diverse werkgevers, totdat hij in 1999 in horecavakblad Misset las dat het restaurant van Appartementen Juliana in De Koog te koop stond. Toevallig had hij er een maand eerder nog voor een dichte deur gestaan, toen hij met collega’s een dagje Texel deed. ‘Ik keek er naar binnen en dacht: waarom is een restaurant met dit uitzicht dicht?’ Hij besloot het te kopen. ‘Ik wilde best tot mijn pensioen met borden blijven lopen, maar niet voor een ander. Het was een sprong in het diepe. Maar ook jonge eendjes moeten een keer leren zwemmen.’
Misschien een nog wel grotere sprong was twee jaar later de koop van Hotel De Zwaluw. Een paar maanden eerder had hij Sven leren kennen, die al sinds zijn jongste jeugd iedere herfstvakantie op Texel had doorgebracht. ‘Bijna altijd in een appartement van Tubantia. Ik heb Fred daar ook leren kennen. Hij zat er voor overleg met uitbaters Gerrie en Udo von Holte en vroeg me een biertje met hem te gaan drinken.’ De aankoop van De Zwaluw verbijsterde Sven. ‘Een hotel uit de jaren vijftig waaraan al jaren niets was gebeurd. Ik dacht: mijn god, wat ben jij voor sukkel om dit te kopen?’

Zorgenkind
Nadelige gevolgen voor hun liefde had het niet. Ruim acht jaar lang reisde Sven ieder weekend van het Duitse Altena naar Texel om zijn partner bij te staan. ‘Een afstand van 378,6 kilometer’, zegt hij lachend. ‘Ik kom helemaal niet uit de horeca, maar werkte bij een transportbedrijf, net als Freds vader. In die zin hadden we een band. Maar ik deed er de verkoop en klantenservice.’
Voortvarend gingen ze aan de slag om van De Zwaluw een succes te maken. ‘Zonder vermogen en met alleen jeugdig enthousiasme’, blikt Sven terug. Fred: ‘Een plankie hier, een plankie daar, vastgezet met montagekit. We zijn creatief.’ Sven: ‘De Zwaluw was een zorgenkind en de vraag was: hoe krijgen we het groot? Maar we zagen het groeien. We waren blij met elk likkie verf. Nu is het kind volwassen en hebben we een volwaardig bedrijf. Al beseffen we soms zelf niet wat we hebben.’ Fred: ‘Dan staan mensen stil op straat en vragen wij ons af: is er wat te zien? Oh, ze maken foto’s van ons hotel.’
Gastheerschap is alles voor hen. Fred: ‘Op een hele leuke, gezellige, gemoedelijke manier gasten tevreden stellen.’ Sven: ‘Zoals we op vakantie zelf zouden willen. Kleinschalig, maar met de allure van vijf sterren. We hebben een restaurant met zes tafels, een hotel met zes kamers en negen appartementen, waarvan er zes afgelopen winter compleet nieuw zijn gebouwd. We zijn klein, maar het is allemaal mooi, stijlvol en goed verzorgd.’ Fred: ‘Met in de badkamer plaats om je toilettas neer te zetten, zwevende toiletten, grote spiegels, veel licht en luxe toiletartikelen. Dat vinden wij belangrijk.’
Ze genieten van de contacten met hun gasten. Sven: ‘Vreemden in de watten leggen, ze het gevoel geven dat ze welkom zijn. Hoe mooi is dat? En we krijgen het terug. Sommigen komen hier wel drie keer per jaar. Gasten spreken onderling af om hier de volgende keer weer samen te zijn. Er zijn er die al hebben gereserveerd voor 2019.’

Samen genieten
Ondanks enkele flinke verbouwingen zijn ze nog niet tevreden. Zo worden de komende jaren nog drie appartementen en de ontbijtruimte aangepakt. Sven: ‘En dan is het tijd dat ons kind op eigen benen staat en gaan we samen genieten.’ Niet alleen omdat het hard werken is, maar ook omdat ze bij het hotel wonen en maar weinig privacy hebben. Fred: ‘Niet alle gasten begrijpen dat we wel eens samen willen zijn. Dat is soms moeilijk.’
Waar dat ‘samen genieten’ uit bestaat, weten ze nog niet precies. In ieder geval zijn ze van plan om op Texel te blijven. ‘Texel is een prachtig eiland, waar we allebei van houden.’ Fred: ‘Met de pakketbezorger en Leendert met zijn eieren die achterom komen als de voordeur dicht is.’ Sven: ‘Wel willen we sociaal wat actiever worden. Daar hebben we nu weinig tijd voor. Ons vak brengt ook met zich mee dat we veel kennissen hebben en maar weinig vrienden. Die kun je op één hand tellen.’

Door: Joop Rommets, foto: Stefan Krofft
Publicatiedatum: oktober 2017

Word nu abonnee

ontvang 4 nummers voor € 24,95