Gor Khatchikyan
Arts

  ‘Als mens ben ik kwetsbaar en dat maakt me nederig’

Een van de bekendste artsen van Nederland is een vluchteling uit Armenië, die op 12-jarige leeftijd op Texel belandde. Ondanks de tergende onzekerheid of hij en zijn gezin mochten blijven, beleefde Gor er zes heerlijke jaren. ‘De gunfactor bij veel Texelaars was groot. Het is belangrijk dat je in het leven mensen tegenkomt die het beste met je voorhebben.’

Zijn komst was als die van een komeet. Plotseling was hij er vorig jaar, de jonge charismatische arts die op de afdeling spoedeisende hulp van het St. Antonius Ziekenhuis in Nieuwegein ziel en zaligheid in zijn werk legde. Samen met collega’s zorgde hij er voor de eerste en zo belangrijke opvang van coronapatiënten. Hij vertelde er met veel compassie over op televisie. ‘Een collega was gevraagd om voor het programma Frontberichten een vlog over ons werk te maken. Die zag dat niet zitten en vroeg het aan mij. Ik vond het prima, maar had niet verwacht dat het zo groot zou worden. Al snel werd ik voor een tweede vlog gevraagd en daarna ook voor allerlei televisieprogramma’s, zoals Adieu God, Eén Vandaag en Op adem. Om niet bij elke talkshow te hoeven aanschuiven, koos ik vast voor Op1 bij de publieke omroep. De reden is dat ik niet overal hetzelfde verhaal wil vertellen. Als ik op televisie ben, spreek ik Nederland toe. Zo voelt dat voor mij. Dan moet je een goed verhaal hebben. Ik heb daarmee geworsteld. Over hoe ik dat verhaal vertel en welke impact het heeft. Ik ben gelukkig goed geholpen door de afdeling Communicatie van het ziekenhuis waarvoor ik werk. Maar het is een enorm eigen leven gaan leiden. Honderden brieven en bloemen heb ik gehad. Echt bizar. En ook erg leuk. Weten dat je wordt gewaardeerd, doet ieder mens goed. Al werd ik op social media ook wel eens een bal gehakt genoemd. Maar daar trok ik me weinig van aan.’

Levensgeschiedenis

Bizar. Hij gebruikt het woord regelmatig en dat is voor te stellen als je zijn roerige levensgeschiedenis kent. Gor vluchtte tweeëntwintig jaar geleden op zijn twaalfde samen met zijn vader en moeder van Armenië naar Nederland. Wat is er precies is gebeurd, wil hij niet vertellen, zegt hij direct aan het begin van ons telefonisch interview. ‘Mijn leven begint in Nederland. Ik heb ook geen eigen verhaal over Armenië. Mijn ouders hebben me meegenomen en asiel voor ons aangevraagd. Mijn ouders en broer willen niet in de publiciteit en ik heb beloofd niet over ze te praten.’

Zijn eerste opvangcentrum stond in Leiden. ‘Betonnen blokken met links en rechts deuren. Er waren ook tenten. In die tijd was er een grote toestroom van vluchtelingen. Na drie of vier maanden kregen wij te horen dat we werden overgeplaatst. Naar De Koog, Texel stond er in de papieren die we kregen. We hadden er nog nooit van gehoord. Er was nog geen internet, maar op een grote landkaart die in het centrum hing, zagen we waar het lag. Mijn ouders schrokken erg. Een eiland, midden in zee, zonder beschaving waarschijnlijk. Ze protesteerden: Daar gaan we niet heen! Maar we kregen te horen dat het een van de betere centra in Nederland was en dat we er geen spijt van zouden krijgen. De man die ons het vertelde, had het beste met ons voor. Toch hadden we er weinig vertrouwen in. De trein stopte in Den Helder. Letterlijk, daar eindigde het spoor en dat vonden we heel symbolisch. Het einde van de wereld. Daarna moesten we met de bus naar de boot. Een ramp, we spraken de taal niet, wisten niet waar we moesten zijn.’

SV De Koog

Maar de man in Leiden kreeg gelijk. Het huisje op vakantiepark De Vogelmient was voor toeristische begrippen sober en vrij gedateerd, maar Gor en zijn familie ervoeren het als luxe. ‘Eigen ruimte, die we niet hoefden delen. En het was dicht bij strand en bos. Ik was veel buiten, lekker alles ontdekken. Het was er fijn.’

Gor ging op voetbal bij SV De Koog en burgerde snel in. ‘Sommige mensen vinden Texel een gesloten gemeenschap en dat is het misschien ook wel een beetje. Maar als je meedoet, word je snel opgenomen. Ik heb er veel mensen ontmoet die voor ons openstonden, meedachten en positief waren.’

In zijn eerste halfjaar op Texel ging Gor naar de Wereldschool, gehuisvest in containers achter de Jan Drijverschool in Den Hoorn. ‘We zaten er met een mengelmoesje van allerlei leeftijden en nationaliteiten. Een groot deel van de dag met een koptelefoon op en met boeken met plaatjes voor ons om de taal te leren. Met rekenen had ik een voorsprong. Daarvoor was de basis al gelegd in Armenië.’

Belangrijke gebeurtenissen

Na de zomer kon Gor naar 2 mavo/havo op OSG De Hoge Berg. Daar ging het zo goed, dat hij al met de kerst werd overgeplaatst naar 2 havo/vwo. ‘Ik vond de taal lastig en had moeite met de steeds wisselende omgevingen. Maar dat heeft me ook gevormd. Ik pas me makkelijk aan steeds nieuwe omstandigheden aan. Dat kwam ook handig van pas bij alle covid-maatregelen binnen mijn werk.’

Toen De Vogelmient als opvangcentrum dichtging, werd de familie overgeplaatst naar een oude kazerne in Den Helder met beduidend minder ruimte en privacy. ‘Bij aankomst stond al vast dat het ook daar ging sluiten. Dat gaf een gevoel dat alles waar we kwamen stopte. Een mismoedig gevoel. Gelukkig konden we later terug naar Texel.’

Er volgden nog meer verhuizingen, onder meer naar Schagen. Maar Gor bleef naar school gaan op Texel. Ondertussen werd hun verzoek om asiel keer op keer afgewezen. Om de kans te vergroten dat hij zijn schooldiploma kon behalen voordat de familie zou worden uitgezet, stelde zijn leraar Lutz Lohse voor dat hij de derde klas zou overslaan. ‘Op school werd heel erg meegedacht. Docent Hans Frank hielp me in de zomer de lesstof voor het derde jaar door te lopen. Ik moest ook een profiel kiezen, maar had geen idee hoe dat werkte. Samen met mijn moeder ging ik daarom aan het eind van de zomer naar school. Het gebouw was bijna leeg, een paar docenten zaten er het nieuwe jaar voor te bereiden. De conrector vroeg: Wat wil je worden? Ik antwoordde: Dokter. Waarop hij zei: ‘Dan moet je het profiel Natuur en Gezondheid nemen. Achteraf zijn dat heel belangrijke gebeurtenissen in mijn leven geweest.’

‘Ik kon me geen leven zonder Texel voorstellen’

De angst voorbij

Hij bewaart meer mooie herinneringen aan zijn tijd op Texel. Zijn talent op de piano werd ontdekt en hij mocht optreden op een diploma-uitreiking. ‘Ik speelde een Armeens stuk. In het verslag in de Texelse Courant waren ook een paar regels aan mijn optreden gewijd. Mijn moeder was supertrots. Het stukje werd ingelijst.’

Veel warmte ondervond hij bij de Baptistengemeente in Den Burg, waar hij lid werd. ‘Ik heb er aan een paar zomerkampen meegedaan. Een hele coole manier om mensen te leren kennen.’ Van grote betekenis waren ook de families Van Rijsselberghe en Bakker die zuivelboerderij Sint Donatus runden en waar Gor en zijn familie een tijd lang woonden en werkten. ‘Zij hebben veel in ons geïnvesteerd. Dat wil ik zeker genoemd hebben, om mijn tijd op Texel recht te doen.’

Uiteindelijk zou hij slagen met een 8,3 op zijn vwo-eindlijst voor Nederlands. ‘Het beste cijfer van de klas en ik geloof zelfs van de school. Mijn gemiddelde lag boven de acht. Daardoor kon ik geneeskunde studeren, zonder dat ik hoefde mee te doen aan de loting.’

Ondertussen bleef uitzetting dreigen en dat vrat aan het gezin. ‘Bang waren we niet eens meer. We waren de angst voorbij. We waren er zo klaar mee, dat we in een emotieloze staat waren beland. We leefden bij de dag, zagen wel wat er zou gebeuren. Pas op mijn twintigste, met het generaal pardon, kreeg ik te horen dat ik mocht blijven. Ik was inmiddels bijna derdejaars geneeskunde. Maar dat nieuws was heel intens. Ongelooflijk.’

Spoedeisende hulp

Gor had Texel op dat moment al verlaten, al had hij zijn vertrek zo lang mogelijk uitgesteld. ‘In mijn eerste jaar aan de Universiteit van Amsterdam liep ik een snuffelstage van een paar dagen bij dokter Haasdijk in Den Burg. Ik mocht helpen griepprikken zetten. Mijn eerste prikken ooit, dat maakt indruk. Later heb ik nog een maand stage gelopen in het verpleeghuis. Ik kon me geen leven zonder Texel voorstellen en wilde eigenlijk niet weg.’

Als specialisatie koos Gor voor spoedeisende hulp. ‘Ik kan niet zo goed tegen chronische ziekten en houd van wisselingen en chaos. In mijn vak gaat het om eerste opvang en diagnostiek, vaststellen wat er aan de hand is. Bij bijvoorbeeld een botbreuk kan ik gipsen. Gaat dat goed, dan mag iemand naar huis. Moet er opnieuw worden geopereerd, dan kan dat worden ingepland en gaat de patiënt naar een andere afdeling. In ieder geval zit mijn werk er dan op.’

Tijdens de coronacrisis speelden Gor en zijn collega’s een belangrijke rol. Veel werd gevraagd van hun vermogen te diagnosticeren. ‘Bij corona zie je veel benauwdheidklachten. Maar de ene benauwde is de andere niet. Redt iemand het met zelf ademen? Of moet hij worden beademd? De vraag is veel ingewikkelder dan corona of geen corona.’

De eerste lockdown ervoer hij als ‘surreëel’. ‘Ik werkte best veel en kon vaak pas aan het eind van de dag boodschappen doen. Een paar keer belandde ik een compleet lege supermarkt. Ik vroeg me af: Is dit echt? Het was altijd mijn droom geweest om in chaos te werken. Die droom was uitgekomen. Maar het was eerder een nachtmerrie dan een droom. Bizar! Tegelijkertijd was er het besef: Ik ben op mijn plek! Ik mocht het land dienen, mensen helpen, samen met een geweldig team collega’s. Dat voelde als thuiskomen.’

Geëngageerd

In alles wat hij zegt, klinkt bevlogenheid en geëngageerdheid door. In 2012 deed Gor mee aan (en won hij) het VPRO-programma Premier gezocht. In 2015 verscheen zijn boek De Gelukzoeker. En in 2018 was hij bij de gemeenteraadsverkiezingen in Utrecht lijstduwer voor de ChristenUnie. Hij denkt na over de toekomst van Nederland en spreekt zich uit. ‘Wat de zorg betreft, staan we voor grote uitdagingen. Corona is erbij gekomen, maar niet de enige uitdaging. Als straks blijkt dat het vaccin niet de holy grail is, blijven we achter met een overbelast systeem. We moeten veel meer investeren in gezondheidszorg. Mensen worden ouder en willen ook langer worden doorbehandeld. Het is mooi dat dat kan, maar het geeft ook druk en vraagt veel werk en energie om in ieder leven te stoppen.’ Lachend: ‘Jullie zijn een zakelijk blad, wij zijn ondernemers. Maar wij hoeven geen acquisitie te doen.’

Gelovig mens

Over zijn eigen ambities praat hij met terughoudendheid. ‘We leven in een kwetsbare samenleving en ik besef dat het niet zinnig is om heel ver vooruit te kijken. In het algemeen zie ik uitdagingen met open armen tegemoet. Ik heb geleerd om te leven met de uitdagingen van de dag. En te proberen vandaag iets verder te komen dan we gisteren waren. Maar ook met het besef dat je niet alles in de hand hebt. Ik ben een gelovig mens. Ik spreek veel voor bedrijven, scholen en kerken. Dat vind ik leuk om te doen en daar wil ik graag in groeien. Niet als doel, maar als middel. Ik wil inspireren, motiveren, mensen meenemen in mijn avontuur Maar als mens ben ik ook kwetsbaar, heb ik in het leven ontdekt. En dat maakt me nederig. Daarom stel ik me liever voorzichtig op.’

Aan het slot praten we nog even over Texel. Hij praat er vol warmte over. ‘Als al die mensen mij niet zo hadden geholpen, was ik niet de dokter geworden die met corona op televisie kwam. Hun hulp getuigde van een enorm vertrouwen in me. De gunfactor bij veel Texelaars was groot. Het is belangrijk dat je in het leven mensen tegenkomt die het beste met je voorhebben. Helaas ben ik door corona en een drukke agenda al heel lang niet op Texel geweest. Maar ik kom graag nog eens terug.’

Door: Joop Rommets
Publicatiedatum: december 2021

Word nu abonnee

ontvang 4 nummers voor € 24,95